Maandag 9/7 passeren er twee spitsen als we om 09:00 weg willen varen. We besluiten nog een kwartier te wachten om de spitsen wat voorsprong te geven zodat we geen last van ze hebben bij de volgende sluis. Het zijn spitsen die grond ophalen bij de bouw van een nieuwe stuw in Charleville.
We zien onderweg mooie aanleg plekken in de natuur.
In Sedan liggen maar drie jachten. Wij slaan dit jaar Sedan over want we willen overnachten in Mouzon. Sedan is zeker de moeite waard om aan te leggen en de stad en het fort eens te bekijken. Er zijn in de arm van de Maas waar de stuw in zit na sluis Sedan bakboord uit, goede aanlegplaatsen. Let wel op de stroom die hier kan lopen als u gaat aanleggen. Net na sluis Sedan blijven er een paar kanoërs op mijn golven mee surfen tot het meer net even voorbij Sedan. Daar trekken ze de kano's over de dijk het meer in.
Om 13:58 leggen we aan in Mouzon. Tot onze verbazing ligt er niemand. Er staan wel een paar campers langs de kade, maar die gaan later weg. Normaal is het hier erg druk en moet je dubbel liggen. Wij varen het haventje zo ver mogelijk in. Als Joop wil keren komt hij met zijn davits in een boom te zitten en versiert zijn boot. We zetten de tafel en stoelen buiten en drinken eerst een lekker Frans wijntje. Dan wandelen we door stadje en doen wat boodschappen. We bezichtigen de Notre Dame van Mouzon en gaan nog even bij de office de toerisme langs. Ondertussen is de lucht zwart geworden en komt er een pittige onweersbui aan. We moeten rennen om droog bij de boot te komen. Er komen nog drie boten bij en om acht uur worden we geroepen om in het havenkantoor 7Euro50 te komen betalen. Als 's-avonds het weer een beetje opgeknapt is maken we nog een wandeling door Mouzon. Je ligt hier erg rustig en er is een douche in het havenkantoor. Elektra op de kade en één waterslang bij het havenkantoor. De Abdijkerk in Mouzon MOUZON, een oude Keltische haven aan de Maas werd in Romeinse tijden een belangrijke etappe om de heirweg Reims-Trier. Benedictijnenmonniken vestigden er zich in 971. De huidige vroeggotische abdijkerk werd gebouwd van de 13de tot de 15de eeuw naar een plan dat sterk gelijkt op dat van Laon. Zoals overal in Frankrijk werd de abdij gesupprimeerd tijdens de Franse Revolutie. De kloosterlingen zijn nooit meer teruggekomen. De nog overblijvende kloostergebouwen worden vandaag gebruikt door de gemeentelijke administratie en de kerk die nog altijd "abbatiale" genoemd wordt, doet dienst als parochiekerk. Het orgel is hét pronkstuk van het kerkinterieur. In 1985 wordt beslist een integrale restauratie uit te voeren met reconstructie van de ontbrekende elementen volgens de principes van het traktaat van Dom Bádos uit 1766. Op dat ogenblik blijft er van Moucherel oorspronkelijke instrument niet zoveel meer over : het buffet, delen van de mekaniek, de pedaalwindladen, de Flête 6' en 12' van het pedaal. Merkwaardig is de nieuwe windvoorziening met vier keilbalgen waarop geen ventilator werd aangesloten. Deze wordt door een elektrische motor bewogen, net zoals de orgeltrapper dat vroeger zou hebben gedaan. Windvoorziening én de nerveuze intonatie geven de organist alle ruimte om de aanspraak van de pijpen te controleren. Het "ademen" van de balgen is op stille ogenblikken in de opname te horen als een regelmatige zachte slag.
|