Vrijdag 20/7 met zon opgestaan. Rond 9 uur varen we weg uit Thionville. Om half tien zijn we bij sluis Koenigsmacker waar we een half uur moeten wachten. Je kan hier slecht vastmaken, maar we leggen de boten vast aan een stalen paal die voor de sluis staat. Dan komt er een vrachtschip aan en kunnen we gelukkig meeschutten.
We passeren Sierck-les-Bains waar aan stuurboord een aanlegplaats is. We hebben hier wel eens gelegen en toen een kasteel bezocht. Nu varen we er achter het vrachtschip voorbij. Het weer is verslechterd en we sturen binnen. Na sluis Apach hebben we zwaar onweer en het regent zo hard dat de boordlichten aan gaan, het wordt pikdonker en op deze rivier is dat een beetje griezelig.
Na sluis Apach varen we in de stromende regen naar Schwebsange waar we diesel willen tanken. Bij Schwebsange wordt het gelukkig droog, zodat we droog kunnen tanken. De jachthaven ligt bakboord op km 237,5. Helaas we moeten een uurtje wachten, want de pompbediende is thuis gaan eten. Om 2 uur komt hij terug en we tanken de boten rustig af. Je wordt hier altijd prima geholpen. We kwamen hier aan om 13:00 uur en varen weg om 14:33 uur. Het is een prachtige jachthaven met camping. Zeker de moeite waard om te overnachten. Wij hebben hier al een paar maal overnacht en willen nu nog een stukje verder. Als we de haven uitvaren, gaat er net een duwcombinatie voorbij, die we snel volgen. Natuurlijk kunnen we hem niet bijhouden, maar als we bij sluis Palzem aankomen gaat hij net de sluis in. Ik roep de sluis op (kanaal 20) en we mogen meeschutten. Dat is een mazzel, want naast deze sluizen zitten jachten sluizen waar als je smaller dan 3m30 bent, verplicht gebruik van moet maken. Deze sluizen zijn maar 18meter lang, dus je kan er maar met één boot tegelijk schutten. Beneden de sluis kan je slecht vastmaken en als je met z'n tweeën bent kan de eerste maar beter langzaam doorvaren.
Net voorbij Schwebsange ligt op km 233,5 het stadje Remich. Een gezellig stadje waar je goed boodschappen kan doen en waar je goed kan aanleggen. Voor een hotel aan stuurboordzijde net na de brug is een damwand waar je goed kan vastmaken. We hebben hier al eens overnacht en heerlijk gezwommen. Zie foto rechts boven voor de aanleg en links onder de overkant van de aanleg.
Door de scherpe bochten gaat de combinatie nu niet harder dan 1100T/min. Ook sluis Grevenmacher kunnen we na toestemming via de marifoon op kanaal 18 met de duwcombinatie meeschutten. Deze sluis heeft benedenstrooms deuren die onderwater zakken. Vaar dus niet in als de lichten op rood staan. Als je met een beroepsvaart meeschut hoef je niets te betalen. Als je breder bent dan 3m40 en je moet alleen of met meerdere jachten door de sluis, dan betaal je voor 10meter 4euro50. Maar zo makkelijk draaien de sluizen niet voor jachten, want ik hoorde in het verleden dat sommige jachten wel een dag voor zo'n sluis lagen eer ze geschut werden.
5 km verder ligt het grensstadje Wasserbillig. Er is een jachthaven wat niet meer is dan een drijvend steiger met een paar boten. Als we er langs varen, worden we al geroepen om daar aan te leggen. Wij gaan altijd aan de hoge kademuur iets verderop liggen. Er zijn een aantal trappen in de muur, zodat je goed op de kade kan komen. We drinken eerst een heerlijk wijntje op de Cojo en gaan dan het stadje in. Daar is niet zo veel te beleven. Het riviertje de Sauer mond hier uit in de Moezel en als je de fiets pakt, kan je een mooie fietstocht langs dit riviertje maken waar veel campings langs zitten.
s-Nachts wel het toplicht aan, want de beroepsvaart gaat gewoon door. Er komen ook schepen voorbij die een enorme golf trekken, dus goed vastmaken als je op de rivier ligt. We slapen hier weer prima.
|
Dit zijn de dagverslagen 2007
Donderdag 19/7 gelukkig gaat het beter met de enkel van Mar. Ze kan wel niet vlak op haar voet staan, maar lopen gaat nog wel. Het regent als we opstaan en als we om half elf vertrekken regent het nog. In de box naast ons liggen een paar Duitsers die het te slecht vinden om te varen. Als we een half uur onderweg zijn wordt het bloedheet. Gelukkig is het dus droog bij de eerste sluis en we sluizen met een Nederlander de Daybreak van 110meter.
Na de sluis is het stationair draaien want de 110m loopt niet zo snel, maar zuigt enorm. Ik roep hem op en het is geen probleem als we hem willen passeren. Ondanks dat zo'n schip dan gas terug neemt, duurt het lang voordat je hem voorbij bent. Maar voor de volgende sluis ligt alweer een Belg de Cupidon te wachten. Na de sluis weer stationair en hetzelfde verhaal. Het grootste deel van deze tocht is saai varen.
In de sluizen moet je alles goed vastzetten, want de 110m schepen hebben nogal wat pk,s die behoorlijk wat schroefwater maken. Het water in Thionville is gitzwart van de steenkool. In Thionville ligt een mooi steiger in de moezel waar we aanleggen. Er loopt toch behoorlijk wat stroom en omdat we achteruit moeten invaren valt dit niet mee.
Thionville
We drinken wat op de kant waar veel wandelaars en fietsers passeren. Later komt er nog een klein Nederlands passagiersschip buitenop het steiger liggen, maar die zeggen niet veel. Er ligt ook een Duits jachtje waarvan de eigenaar een praatje komt maken. Later bezoeken we de stad en het park.
We hebben hier een rustige nacht en het kost niets.
|
Dinsdag 17/7 nog even een paar foto's op de haven gemaakt voordat we wegvaren uit Toul. Het is nog behoorlijk bewolkt, maar de Cathédrale Saint-Étienne is vanaf de haven goed te zien.
Net na de haven van Toul ligt weer de eerste sluis (nr26). Op de rechtse foto boven, is links achter het schip de haven van Toul. Na de eerste sluis volgt de enige beweegbare brug van de gehele route. Om deze brug te bedienen hoef je niet te blazen, want ook de brug werkt automatisch. Iets voor de brug zitten een paar sensors die de brug in werking stellen.
Als je sluis27 verlaat en de Moezel op vaart, staat bovenstaand bord recht tegenover de sluis. We varen de Moezel op bij KM369. We gaan nu over op het Mosel Handbuch van Karin Brundlers en Gerd Flieschhauer. ISBN 3-88412-064-6.
De Moezel is breed water waar je weer een beetje gas kan geven. We hebben een heel klein beetje stroom mee. De sluizen zijn behoorlijk groot en we hoeven nergens te wachten. Andere jaren is dat wel wat anders. Waarschijnlijk door de vele regenval is er water zat en wachten ze niet op beroepsvaart.
Let bij de sluizen als je van boven komt op voor de stroming die er staat als de sluis volloopt en je ligt voor de sluis te wachten. Zet de boot goed vast.
Bij Km 347 is een aanlegsteiger voor drie boten waar je goed kan liggen. We hebben daar een aantal jaren geleden al eens overnacht.
|
|
De tunnel is wel kort, maar onverlicht en omdat ik slecht in het donker kan zien, heb ik licht nodig om in het midden van de tunnel te blijven. Met de schijnwerper aan gaat het prima. Als je de tunnel in vaart en je komt van het felle zonlicht in het donker, dan zie je even niets meer. Joop heeft zijn boordlichten aan en kan door dit licht goed zien of hij in het midden vaart. Het is vandaag weer een prachtige dag, maar in de tunnel is het behoorlijk koud. Voor de tunnel is het wel een paar dagen uit te houden om de omgeving eens te verkennen.
Na de tunnel ligt aan bakboord een eiland met bankjes waar je ook zou kunnen overnachten. Er volgt nu een dubbele sluis 14 en 14B die bediend wordt. We moeten hier onze afstandbediening inleveren. Hieronder foto's van deze sluizen. Voor de sluizen stroomt het behoorlijk als ze vol lopen.
Dan volgen er elf automatische sluizen. Let op de lijnen want ze werken zeer snel. Maar op een paar plekken tussen deze sluizen zou je kunnen overnachten. Wij hebben al eens voor sluis 23 aan het remmingwerk overnacht. Bij de meeste van deze sluizen loopt het water over de deuren, dus let goed op de bijboot.
Het water in het kanaal is zeer helder . (zie foto onder) Hierdoor groeien er vanaf de bodem veel waterplanten tot onder het wateroppervlakte. Als hier niet werd gevaren zat het kanaal zo dicht. Wij vinden het een prachtige tocht door dit stuk kanaal. Er is een pad langs het kanaal waar veel gebruik van wordt gemaakt. Vijftien jaar geleden toen we hier al kwamen ging er een sluiswachter op een brommer met je mee om al de sluizen te bedienen. Deze romantiek is verdwenen. In die tijd noemden we de sluiswachters Motormuizen.
Na sluis 25 is stuurboord de haven van Toul op PK30,2. Het is een grote kom met drijvende steigers. Als we om 11:36 aankomen, liggen er al behoorlijk wat Nederlandse jachten, maar er is plek zat. Op het havenhoofd staat een sleeptrein waar vroeger de schepen mee door het kanaal werden getrokken. We gaan gelijk Toul in want we willen tussen de middag warm eten in Toul. Toul is een oude en mooie stad met behoorlijk wat winkels. We eten op een terras en wandelen in de middag weer terug naar de boot. De haven is maar 10minuten lopen. Het is prachtig weer en we hebben een heerlijke dag. Laat in de middag gaan Joop en ik nog even terug om ijs te halen bij de Lidl.
Ook hier zouden wij het wel een weekje uithouden. Liggeld 4Euro75 per nacht. Het water op de steiger zit bij het liggeld, alleen de stroom moet extra betaald worden. Goed zwemmen op de buitensteiger.
|