Het vlot bestaat uit houten balken met daaroverheen een platte houten vloer van circa drie meter lang en drie meter breed. Op het drijvende platform is een hut gebouwd, eveneens van hout, met zeil aan de voorkant om het geheel af te sluiten voor de koude nacht, wind of regen. Wie de derde hut kiest, kan nog een beetje door het riet gluren om de witte boten te zien liggen, maar verder is er erg veel privacy. En stilte. En dieren. Erg veel dieren. De stilte is vooral de eerste uren overweldigend. Geen auto's, geen hectiek van trams, bussen en mensen. Als de uren verstrijken, de gasbrander voor een zelfgebakken maaltijd is opgeborgen, kleurt het water steeds meer grijs. Nog even en het wordt nacht. Wie op het vlot ligt, met gesloten tentzeilen in het donker, gaat automatisch naar de stilte luisteren. Als we de monding van de Steenbergsche Vliet bereiken, is de mist zo erg, dat we geen 20meter zicht hebben. We maken vast aan een paal die in de vliet staat. Na een half uur trekt de mist zo op, dat we weer verder kunnen. We liggen niet ver meer van de sluis af, die toegang tot het Volkerak geeft. We draaien het Rijn Schelde kanaal op en varen richting Tholen. Onderweg probeer ik de Chinees in Tholen te bellen, want de vrouwen willen nog steeds Chinees eten. Ik krijg een opgeheven nummer, dus probeer ik de havenmeester van Tholen te bellen. Ook hij neemt niet op en we varen dan maar naar Tholen. Bij de jachthaven aangekomen vraagt Marga aan iemand die op het steiger staat om ons aan te pakken of er nog een Chinees in Tholen zit. Hij begint te lachen en zegt dat de Chinees al een jaar geleden vertrokken is. We zijn dus duidelijk te laat. Gelijk steken we weer terug naar het Rijn Schelde kanaal en varen naar de Kreekrak sluis. Onderweg naar Antwerpen gaat de temperatuur van de galan van de Molecuul naar 110 graden, dus ga ik in de Antwerpse haven even stil liggen om hem af te laten koelen. Later blijkt de klemband om de rubber afdichting die achter op het lager voor de schroef zit, veel te vast te zitten. Als alles afgekoeld is, gaan we weer verder en gelukkig gebeurt het niet meer. Sluis Wijnegem in het Albert kanaal schut ons snel samen met een tanker en de vrouwen betalen op de sluis de doorvaartrechten voor België. Dat kost 25 euro en deze rechten zijn 3 maanden geldig. Er is volgens de sluiswachter geen Chinees in de buurt , dus Mar maakt lekker soep met een gebakken ei. Eigenlijk lekkerder dan Chinees. Als we sluis Viersel bereiken om het Nete kanaal op te gaan, is er net voor ons een boot ingevaren en de deuren zijn al dicht. De sluiswachter opent de sluis weer en wij kunnen invaren. Mar maakt een praatje met de Belgische mensen van de boot die al in de sluis ligt en krijgt te horen dat het nog 1,5 uur varen is naar Lier. Als we de sluis verlaten is het al half zeven. Na ongeveer een kilometer kunnen we na de eerste brug bakboord goed aanleggen. We liggen hier prima een drinken een biertje op de kant. Het is hier 's-Avonds zeer donker en erg stil. De sluis is gesloten dus er komen geen schepen meer langs.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||