In het maandblad Motorboot stond in november 1989 een artikel over rookklachten van Daf motoren.

 

 

Website Motorboot 

Door C Voest.

Eind 1987 zijn we naar aanleiding van een aantal klachten van onze lezers een onderzoek gestart naar de oorzaak van het meer dan normaal roken van Daf motoren. De klachten zijn vrijwel allemaal van dezelfde soort n.l. overmatig roken van de motor vooral bij lage toerentallem en bij watergekoelde uitlaten vervuiling van het oppervlaktewater. De bundeling van deze klachten en de bespreking ervan bij de fabrikant Daf-motoren Eindhoven leidde tot een uitnodiging om met die Daf gebruikers die hun klachten op papier hadden gezet, naar Eindhoven te komen ten einde deze klachten te bespreken. Op deze manier hoopte men tot een oplossing te komen of in elk geval tot verbetering van de huidige situatie. De oorzaak van het roken is heel vaak het gevolg van een onderbelaste motor. D.w.z. de motor levert maar een deel van zijn beschikbare vermogen. Het gevolg hiervan is dat de motor niet op de juiste temperatuur komt om een goede verbranding in de cilinder te krijgen. Een deel van de brandstof gaat gedeeltelijk onverbrand als rook de uitlaat uit. Bovendien zal deze niet verbrande brandstof met het koelwater (bij watergekoelde uitlaat) als olie op het water terecht komen. Men kan zich afvragen a. Waarom verbruiken we maar een klein deel van het vermogen? b. Waarom hebben andere motoren daar dan minder last van?
Antwoord op a. Het geinstalleerde vermogen is bij veel motorboten te groot en komt alleen tot zijn recht, als er volle kracht gevaren wordt onder de meest ongunstige omstandigheden. b. Persoonlijk heb ik de indruk dat vooral de oudere Daf motoren rookgevoeliger zijn dan de andere motoren, hetgeen nog eens extra tot uitdrukking komt in omstandigheden genoemd onder a. De oplossing van Daf om tot tenminste een verbetering te komen zijn als volgt:
1. De compressiedruk bij warme motor mag niet meer dan 10% afnemen. Stel uw Daf moet een compressiedruk hebben van 30bar, dan mag deze druk voor het bereiken van de juiste compressie-temperatuur niet lager zijn dan 27bar. Bij een te lage compressie temperatuur (normaal circa 560gr celcius) komt de ingespoten brandstof niet goed tot ontbranding.
2. Om de motor op temperatuur te houden kan het nuttig zijn een winterthermostaat te installeren i.p.v. een zomerthermostaat. Een winterthermostaat regelt een koelwatertemperatuur van circa 85gr celcius bij het verlaten van de motor. Dit voorkomt te veel afkoeling, vooral bij lage toerentallen.
3. De klepspeling van de DD-DA motoren is zeer belangrijk, volgens Daf staan ze heel vaak te ruim afgesteld. Het gaat er hier zelfs om of de voelermaat strak of los tussen de stoterstang en tuimelaar past. De voor de motor voorgeschreven maat aanhouden. De voelermaat moet er strak tussengaan. In de meeste gevallen is 0.5mm de juiste maat. Bij een 0,1mm meer ruimte neemt de rookontwikkeling al toe.
4. Een hogere brandstofinspuitdruk van b.v. 185 naar 205 bar is volgens Daf eveneens een verbetering. Door de hogere druk zal een fijnere verneveling tijdens de inspuiting optreden met als gevolg een snellere vergassing en betere verbranding. Na het inspuiten van de brandstof zal t.g.v. het snelheidsverschil tussen de lucht en de brandstof een mengsel ontstaan dat vervolgens verbrandt. Is echter de compressie-temperatuur te laag, dan zal de brandstofdamp zich niet vermengen met de lucht maar gekraakt worden. Dit kraken kan eveneens optreden als de verhouding lucht en brandstof niet goed is. Tijdens het kraken ontstaan in de cilinder moleculen die heel moeilijk tot verbranding zijn te brengen, met als gevolg roetvorming. In moderne motoren wordt er naar gesteefd de menging van lucht en brandstof zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Men bereikt dit door de lucht in de verbrandingsruimte met aan het verbrandingspatroon aangepaste snelheid te laten bewegen. Bovenstaande aanbevelingen van Daf (met enige toelichting mijnerzijds) kunnen verbetering brengen in de genoemde klachten. De servicedienst van Daf heeft een aantal klagers bij de klachtenbespreking een bezoek gebracht. Hieronder de resultaten van deze bezoeken.

 


 

Het vervolg van de rokende Daf motor uit het maandblad Motorboot van december 1989.

 

Ervaring met hogere inspuitdruk.

 

Aan boord van de botenvan verschillende mensen, die klaagden over het roken van hun motor, heeft Daf maatregelen genomen. In bijgaand artikel gaan we in op de resultaten van deze ingreep. Een van de remedies die Daf aanbeveelt is het verhogen van de inspuitdruk. Het inspuiten gaat daarbij sneller, zodat er meer tijd beschikbaar is voor de verbranding.Vooral met DD-motoren zijn daarmee goede resultaten bereikt. Bij wijze van experiment is daarom ook de motor van onze 10,3 meter lange valkvlet Regge-4, een motor van het type DA-475 MY, onlangs voorzien van verstuivers met een hogere inspuitdruk: 205 atmosfeer in plaats van de gebruikelijke druk van 185 atmosfeer.

 

Onze Daf, die 11jaar oud is, heeft altijd gerookt op lage toerentallen van stationair (ongeveer 600 toeren per minuut) tot ongeveer 1200-1300 T/pm. Daarboven draaide de motor rookvrij. Het is een hinderlijk euvel in jachthavens en in sluizen. Maar omdat we verder geen klachten hadden, hebben we het altijd maar zo gelaten, temeer daar de Dafdealers, die we in de loop der jaren hebben ontmoet, unaniemvan mening waren dat er toch niets aan te doen was. Als Daf zelf evenwel beweert dat er wel wat aan te doen is dan zwich je. En zo stapte onlangs service-inspecteur Leo W.Damen bij ons aan boord om andere verstuivers te monteren. Hij begon ermee de klepspeling te controleren. Dat bleek geen overbodige luxe.  Zes van de 12 kleppen bleken niet of niet meer op 0,5mm te staan. Zij hadden een speling, die varieerde van 0,6 tot 0,55 mm Teveel dus, hoewel de motor sinds de kleppen waren gesteld nog maar een paar honderd uur had gedraaid. We hebben intussen ruim 20uur gevaren met de verstuivers met de hogere inspuitdruk en dit zijn onze ervaringen: Van 600 tot 1300 T/m rook. Bij toerentallen boven de 1300 is er geen sprake meer van rookontwikkeling. Kortom: voor onze motor maakt het niets uit. Bij de vorige verstuivers hadden we hetzelfde beeld. Wel hebben we de indruk dat er minder olie meekomt met het koelwater dat uit de uitlaat komt. Dat beeld is niet veranderd, ook niet na 30 of 40 draaiuren. De balans is dus dat de rook niet is verdwenen op lage toerentallen, terwijl de olieneerslag op het water ogenschijnlijk minder is.

 

Tjalk

Na 300 vaaruren met verstuivers met verhoogde inspuitdruk komt de heer van Dieten uit Eindhoven tot een soortgelijke conclusie. Hij vaart met een 15meter lange tjalk, waarin een Daf-475 is gebouwd. De motor is in de loop der jaren geleidelijk steeds meer gaan roken, waarschijnlijk als gevolg van de omstandigheid dat hij veel in deellast heeft gevaren en daarbij niet de vereiste verbrandingstemperatuur bereikte (ongeveer 560gr Celsius). Niet alleen zijn op de tjalk verstuivers met de verhoogde inspuitdruk van 205 atm geplaatst, ook werd de spoed van de schroef vergroot, zodat de motor zwaarder belast zou worden. Het roken is door deze maatregelen wel minder geworden, maar verdwenen is het niet.

 

Kompierkruiser

De heer H.K.de Jong uit Leeuwarden heeft een 12.60 meter lange Kompierkruiser met een Daf-475 scheepsdiesel, die ongeveer 1400 uur heeft gedraaid. De motor heeft steeds gerookt en ook het starten ging moeizaam. Hij heeft de motor door een Daf service bedrijf grondig onderhanden laten nemen, een karwei dat 7600 gulden kostte, maar de problemen niet oploste. Dit voorjaar zijn ook in deze motor verstuivers geplaatst met een verhoogde inspuitdruk. Het bracht eneige verbetering maar opgeslost werden de problemen in dit geval ook niet. Met name van het start probleem heeft hij de oorzaak niet kunnen achterhalen. Volgens hem kan het moeilijk starten ook de oorzaak zijn van de overgebleven rookverschijnselen.

 

Vlet

Het beste resultaat is behaald met de DD-575 motor aan boord van de 11m lange vlet van de hr Boender uit Heinenoord. Hij had dezelfde klachten als de andere Daf schippers die bij ons aan de bel trokken: rokende uitlaat en neerslag op het water. Op deze motor werden verstuivers geplaatst met een spuitdruk van 220Atm, de kleppen werden nauwkeurig gesteld en het inspuitmoment werd gesteld op 30 graden voor het bovenste dode punt. Op de boot van de hr Kleine in Loosdrecht zijn dezelfde maatregelen genomen. In beide gevallen met als resultaat dat de klachten zijn weggenomen: beide motoren draaien zo zo goed als rookvrij. De conclusie- die Daf zelf ook trekt is dat deze maatregelen het beste werken bij motoren van het type DD575. Bij DA-475 motoren helpt het wel, maar lang niet altijd afdoende.

 


overgenomen uit het watersportblad Motorboot