Hoofdschakelaar. Het verdient aanbeveling een hoofdschakelaar met afneembare sleutel aan te brengen in de kabel tussen accu en startmotor. Tijdens reparaties aan het elektrische systeem moet de sleutel worden uitgenomen, teneinde kortsluiting te voorkomen. Men behoeft dan geen accukabel los te nemen om de gehele elektrische installatie stroomloos te maken.
Startschakelaar. De startschakelaar heeft drie standen: uit -contact - start. Door het sleuteltje in het slot te steken en naar rechts te draaien, wordt het contact aangezet. Wanneer vervolgens tegen de veerdruk in het sleuteltje nog verder naar rechts wordt gedraaid, wordt hierdoor de startmotor in werking gesteld. Laat het sleuteltje onmiddellijk los als de motor aanslaat; het springt dan vanzelf terug in de stand "contact".
Ampéremeter/controlelampje. De meter geeft aan met welke laadstroom de accu wordt bijgeladen door de dynamo, ofwel in welke mate er stroom wordt onttrokken aan de accu, zonder dat de dynamo bijlaadt. Bij enkele uitvoeringen is de ampéremeter vervangen door een controlelampje, dat ophoudt te branden zodra de dynamo begint bij te laden.
Toerenteller. De toerenteller geeft het aantal omwentelingen aan, dat de krukas van de motor per minuut maakt. Men dient er nauwkeurig op toe te zien, dat dit toerental NOOIT het maximum overschrijdt, waarop de motor is afgesteld. De aandrijving van de toerenteller vindt plaats door de nokkenas via het aandrijfasje van de smeeroliepomp.
Bedrijfsurenteller. De elektrische bedrijfsurenteller geeft het aantal draaiuren van de motor aan. Hij komt in werking zodra de dynamospanning meer dan 8 volt bedraagt, hetgeen reeds bij stationair toerental van de motor het geval is.
Stophefboom. Met deze hefboom wordt de brandstoftoevoer naar de motor afgesloten. Vóór het starten dient de stophefboom dus weer in zijn oorspronkelijke stand te worden geplaatst. Foto 11
Verlichtingschakelaar. Met deze schakelaar kan de verlichting van het instrumentenbord worden in- of uitgeschakeld. Bij sommige uitvoeringen wordt de instrumentenbordverlichting ingeschakeld door het beschermkapje van het betreffende lampje in te drukken.
Stroomvoorziening. Er zijn twee dynamo's gemonteerd die een gescheiden systeem laden. De dynamo aan bakboord is een 24Volt 35Ampére Bosch dynamo die samen met een zonnecel de boordnet accu van twee in serie geschakelde 12Volt 200A/h accu's oplaadt. Dit 24Volt systeem is geheel gescheiden van het tweede systeem van 24Volt 120A/h, welke zorgt voor de startmotor en de boegschroef. De dynamo die dit systeem laadt, zit stuurboord aan de Daf en is ook een Bosch dynamo van 24Volt 35 Ampère.
|
Links: Dynamo van het boordnet. Rechts: Dynamo 24Volt 35Amp van de start en boegschroef accu. Op de onderste foto is de spanningsregelaar te zien die op de motor gemonteerd is.
|
|
|
|
De Stuurboord dynamo 24Volt 35Amp wordt samen met de motor waterpomp aangedreven door een V-snaar naar de krukas pouly.
De bakboord dynamo heeft een eigen V-snaar naar de krukas pouly. Deze dynamo heeft een eigen V-snaar omdat ik later een 50Amp dynamo wil monteren en dat moet gebeuren door deze ene V-snaar. Het vermogen is dan 50 Amp x 24V= 1200Watt
|
|
|
Hoe het een en ander is bekabeld en aangesloten, komt later in het item elektro Molecuul aan bod.
Startmotor.
Er is een 24Volt Bosch startmotor gemonteerd. Voor meer info ga naar BOSCH
|