DAF575

wat

DAF 575 KOELING

Koeling.

Waterslot Waterslot gemonteerd Doorgestraald waterslot


De koelvloeistof die in de motor zit (ik gebruik koelvloeistof van Shell) wordt gekoeld in de koeler (interkoeler) die op onderstaande foto's staat. Doormiddel van een Jabsco pomp die door de motor wordt aangedreven, pomp ik buitenboord water door de interkoeler en oliekoeler van de keerkoppeling via de uitlaat weer naar buiten. De motor heeft een halve droge uitlaat. De uitlaatgassen gaan via een demper naar de zijkant van het schip. Hier zit achter de demper een waterslot, waar het koelwater geïnjecteerd wordt. Vanaf dit punt loopt er een RVS buis aan de buitenkant van het schip naar achteren. In 2008 ontdekte ik een gaatje in het waterslot. Door het injecteren van het water in het waterslot is er zo'n werveling in de buis ontstaan, dat er een gat in de 8mm dikke buis was gestraald.


Waar het water in de uitlaat geïnjecteerd wordt, is er een gat in het ijzer gestraald. Waterslot was binnen en buiten in een bad gegalvaniseerd. Heeft er zo'n 17 jaar in gezeten.



Interkoeler Door de twee binnenste aansluitingen
 stroomt het buitenboord water.

Interkoeler Door de twee buitenste aansluitingen
 loopt de koelvloeistof.


Hieronder foto's van de Jabsco pomp, die door de motor wordt aangedreven en het buitenboord water via een waterfilter door de interkoeler pompt. Ik kan ongelimiteerd vol gas varen zonder dat de motor temperatuur van ongeveer 80 graden veel boven de 80 graden komt.

KOELSYSTEEM
 
V-snaarspanning (indrukking) 12-15mm
Thermostaat, opent bij 73°-77°C
Min. 8mm open bij 87°C



  
Waterpomp aandrijving  

Zoals je op de foto's kan zien, hebben wij de Jabsco pomp via een koppeling aan een lager bus gezet. Eerst hadden we de pouly direct op de pomp gezet, maar dan is het lager vrij snel versleten. Met deze constructie draai ik nu zo'n 300 uur en er zit nog geen speling op het lager. Ook had ik met de eerste constructie steeds last van een lekkende keerring in de pomp. Nu met de koppeling er tussen heeft deze eenmaal gelekt, maar dat kwam omdat de as van de pomp ingesleten was door de keerring. Ik heb dit opgelost door een nieuwe keerring te monteren met ervoor een ring van dezelfde diameter van een paar tiende millimeter dikte. De keerring komt hierdoor op een nieuwe plek van de as te draaien en de as hoeft dan niet vervangen te worden.

De koppeling bestaat uit twee schijven met aan iedere schijf twee pennen die in een nylon schijf vallen die los tussen de koppeling hangt.

   

In het begin had ik ook last dat de pomp erg veel druk had en de leiding ging trillen als er hard gevaren werd. Tevens kon ik elke jaar een nieuwe Impeller in de pomp monteren. Er kwamen kleine scheuren in de lippen van de Impeller. Door de kleinste kam in de pomp te zetten die er voor dit model te koop was, heb ik alle problemen opgelost. De Impeller gaat nu zo'n 5 jaar mee. De pouly verhouding pomp motor heb ik 2:1 gekozen. Om de pomp aan te drijven hebben we een extra schijf op de krukkas pouly gemonteerd zodat de pomp een eigen aandrijfriem heeft.
Onder de pomp hebben we een bakje gemonteerd voor het geval de pomp zou gaan lekken. In dit bakje zit een aansluiting met een slang om het lekwater eventueel op te kunnen vangen. Dit is ook handig in de winter als je gaat aftappen. De pomp met de aandrijving staan op de stoel van de motor ophanging. Om de aandrijfriem te vervangen moet alleen het aandrijf gedeelte met twee inbusbouten losgemaakt worden.


Voor technische informatie van de Jabsco waterpomp klik op de volgende link. JABSCO 2420



Koelwatertemperatuurmeter.

Deze zit in het huis van de thermostaat, zodat onder alle omstandigheden de juiste temperatuur van het koelwater in motorblok en cilinderkop wordt aangegeven. De meest gunstige bedrijfstemperatuur is 75-80° C.

DAF-scheepsdieselmotoren worden als regel uitgerust met interkoeling of met kielkoeling, terwijl in bepaalde gevallen ook vlakkoeling wordt toegepast.

Interkoeling 

Bij dit koelsysteem wordt het koelwater van de motor op de normale wijze door de waterpomp in circulatie gebracht. Het water gaat hierbij door de cilinderkop en -blok en eventueel ook het gekoelde spruitstuk om vervolgens de interkoeler te passeren. In de interkoeler wordt zowel het motorkoelwater als de motorsmeerolie gekoeld door buitenboordwater, dat door middel van een aparte pomp door de interkoeler wordt voortgestuwd. (fig.1)


       Langsdoorsnede van interkoeler voor motorkoelwater en motorolie





fig.1

Indien ook de smeerolie van de keerkoppeling moet worden gekoeld, geschiedt dit in een aparte koeler, waarin de koeling plaats vindt door middel van het buitenboordwater.

Interkoeler van

de Molecuul.

Oliekoeler van de keerkoppeling


Kielkoeling

Bij kielkoeling stuwt de waterpomp van de motor het warme koelwater door een pijpenbundel, welke tegen of in de huid van het schip is aangebracht. Hier geeft het water zijn warmte af aan het langsstromende buitenboordwater. Dit systeem vergt dus wel een aparte oliekoeler (fig. 2), waarin de motorsmeerolie wordt gekoeld door middel van het motorkoelwater. Dit laatste geldt ook als de smeerolie van de keerkoppeling moet worden gekoeld.

1--Invoerkoelwater
2--Uitlaat koelwater
3--Invoer smeerolie
4--Uitlaat smeerolie
5--Wateraftapkraan
6--Olie aftapplug

      fig. 2

Vlakkoeling

In principe komt vlakkoeling grotendeels overeen met kielkoeling. De functie van de pijpenbundel is hier echter overgenomen door een naar verhouding grote voorraad waterbak, waarvan een of meer vlakken door de huidplaten van het schip worden gevormd en dus in aanraking zijn met het koelende buitenboordwater.

Buitenboordwaterpomp 

Voor de gegevens en voorschriften betreffende de door de DAF toegepaste buitenboordwaterpompen wordt verwezen naar de desbetreffende bijlagen van dit instructieboek. Aangezien de buitenboordwaterpomp niet verstelbaar tegen het motorblok is bevestigd, moet het

spannen van de V-snaar geschieden door middel van het verstellen van de snaar-schijf (fig. 3). De snaarschijf is daartoe samengesteld uit twee losse flenzen D en E, welke met tussenlegging van de vulringen C op elkaar worden geklemd door de twee bouten B. De complete schijf is met de vier bouten A op de pompnaaf bevestigd. Ga voor het spannen van de V-snaar als volgt te werk:

  1. Maak de vier bouten A los en haal de schijf van de pomp af.
  2. Maak de twee bouten B los.
  3. Neem twee ( of een veelvoud van twee) vulringen uit.
  4. Bevestig de beide schijfhelften weer op elkaar.
  5. Belangrijk: Leg nu de ene helft van het aantal weggenomen vulringen tussen de binnenste schijfhelft en de pompnaaf en leg de andere ring(en) onder de kop of onder de moer van de bouten A.
   

     In het motorjacht de Molecuul is er een Jabsco pomp gemonteerd om de interkoeler te koelen met buitenboord water. De pomp staat gemonteerd op een motorsteun en doormiddel van sleufgaten in de aandrijving van de pomp kan de V-snaar gespannen worden.


Interkoeler
Aangezien de vervuiling van het aangezogen buitenboordwater volkomen samenhangt met de omstandigheden ter plaatse, kunnen hier geen algemeen geldende termijnen worden voorgeschreven waarop de filtreerinstallatie moet worden gereinigd. Hetzelfde geldt voor de tijdstippen, waarop moet worden gecontroleerd of er een zodanige vervuiling is ontstaan, dat het koelend effect van het buitenboordwater onvoldoende is geworden. Wanneer echter deze verzorging regelmatig plaats vindt, is de kans op moeilijkheden met het buitenboordwater koelsysteem wel uiterst gering. Toch zal na verloop van tijd afzetting optreden in de pijpleidingen van de interkoeler, zodat het buitenboordwater niet meer in voldoende mate zijn koelende werking kan uitoefenen. Dit zal dus waarneembaar zijn aan een hogere dan normale aanwijzing door de koelwatertemperatuurmeter. Zodra dit het geval is, moet de voorste flens van de interkoeler worden losgenomen, en moeten de buizen worden doorgestoken (fig. 4). Gebruik hiervoor een stuk koperdraad van zo groot mogelijke dikte, waarvan het eind is rond gevijld, aangezien anders de buizen gemakkelijk zouden kunnen worden beschadigd.

Aftappen

Bij bevriezingsgevaar mag uiteraard nergens in het koelsysteem water achterblijven, dat niet met antivries is gemengd. Dit geldt dus bovenal voor het buitenboordwater. Teneinde het buitenboordwater volledig te kunnen verwijderen, zijn aftappluggen aangebracht in de buitenboordwaterpomp, de interkoeler, de oliekoeler en in het gekoelde spruitstuk. Het is een absolute eis, dat alle aftappluggen worden losgenomen om er zeker van te zijn dat geen water is achtergebleven. Bij het verversen van de motorsmeerolie moet er aan worden gedacht, dat ook in de interkoeler en in de oliekoeler een hoeveelheid olie aanwezig is, zodat ook deze apparaten moeten worden afgetapt.

Expansietank 

DAF-scheepsdieselmotoren zijn uitgerust met een kleine voorraadtank voor motorkoelwater, de zogenaamde expansietank. Dit tankje mag niet helemaal vol worden gevuld, doch slechts voor driekwart. Een te vol gevulde tank zal aanleiding geven tot koelwaterverlies via het overlooppijpje.
De expansietank wordt afgesloten door een vuldop, waarin zich een klein ontluchtingsgat bevindt. Verstopping van dit gat kan tot kookverschijnselen van het koelwater leiden. Controleer dus regelmatig of het ontluchtingsgaatje niet verstopt is.



1. Poelie.

2. Schoepenrad.

3. Waterkeerring

4. Lagerhuis.

5. Oliekeerring.

6. Waterpompas

7. Kogellager.

8. Afstandbus.

9. Kogellager.

10. Borgveer.

11. Splitpen

12. Onderlegring

13. Kroonmoer.

14. Paspen.

15. Bout.

16. Pakking.

17. Veering.

18. Bout.

19. Tapeind.

20. Pakking.

21. Veerring.

22. Moer.

23. Plug 5/4".

24. Pakkingring.

25. Plug 3/4".

26. Pakkingring.

27. Slakkenhuis.

Daf

NL-10-64

REPARATIE

In 2019 kreeg ik problemen met de koeling. De antivries had er toen 35 jaar ingezeten. Het probleem was dat de motor zo'n 5 graden warmer werd en er antivries uit de overloop van de voorraadtank kwam. In de winter van 2019 heb ik de koeler gedemonteerd en doorgespoeld. Omdat wij het vuile water langs de koelbuizen hebben laten lopen en niet door de koelbuizen, was de koeler zeer vuil. Omdat de koeler al 35 jaar niet uit elkaar was geweest durfde ik hem niet uit elkaar te halen. Met antikalk, warm water en allerlei schoonmaak artikelen heb ik hem weken geweekt en met de hogedrukreiniger doorgespoeld. De koeler zat vol blubber en deze was erg hard geworden, waardoor het er slecht uit te krijgen was. Maar na weken schoonmaken heb ik de koeler weer teruggeplaatst. De bronzen aftapplug die onder de koeler was gemonteerd, ging lekken bij het schoonmaken. Na demontage bleek de gietijzeren mantel van de koeler ter plaatse opgevreten te zijn. Hier een kunststof afdichting voor gemaakt. De ijzeren leidingen van het buitenboord koelsysteem waren wel erg aangetast en zaten vol harde blubber. Hier vervang ik wel het een en ander.

De koelvloeistof was nog erg schoon en er was bijna geen verontreiniging in het gedeelte waar de koelvloeistof doorheen stroomde. Ik had 35 jaar geleden de Glyco-Shell gebruikt om het systeem te koelen. Deze had ik met 50% gedistilleerd water gemengd en nog steeds was de bescherming 35Gr.

De Glyco-Shell is ondertussen vervangen voor Glycocare concentrate. (zie pdf documentatie) Deze aangemaakt met gedistilleerd water van het kruitvat. Verhouding 1:1.

Ik moest de 90 graden bochten van het koelcircuit vervangen en heb de gates 7036 gebruikt van 50mm. De Gates 7035 is een 45mm.

 

Opslaan als World dokument  
DAF 575 DIESELMOTOR


Op deze homepage heb ik een aantal gegevens verzameld van de DAF 575 dieselmotor.


Technische gegevens DAF575

Download bovenstaande tabel

Het droge gewicht van de DD 575 is 530Kg en van de DS 570Kg.

ALGEMEEN

DD 575

Compressieverhouding

16:1

Eindcompressiedruk (warme motor)
N.B. Verschil tussen hoogste en laagste waarde mag max. 15% zijn van het gemiddelde van alle cilinders.

25,3-26,3 bar
300 opm

CILINDERBLOK EN -VOERING

 

Grondboring voor cilinder voering, std.

105,665-105,687

Cilindervoering, binnen - diameter na montage.

100,600-100,630

Hoogte boven blok.

+0,035-+0,100

CILINDERKOP

 

Klepspeling

0,50

Klepgeleiders, lengte boven de kop.

22,4-23,4

Klepsteel speling in geleider, inlaat

0,044-0,074

Klepsteel speling in geleider, uitlaat

0,069-0,097

Klepspeling in/uit-laat klep bij koude motor

0,5mm (zie tek. klep en cil)

AANHAALKOPPELS, IN ….Nm

 

Cilinderkopbouten (warme motor)

40-50

Cilinderkopmoeren (warme motor)

250 (*)

Tuimelaarasstoel moer(en)

60-65

Verstuiverknevel, c.q. –flens

Max. 50

Kleppendeksel

30-40

(*)met molykote, zonder molykote 285-294)

 

KRUKAS DRIJFSTANGEN VLIEGWIEL

 

Krukas, axiale speling

0,06-0,25 (max. 0,35)

Hoofdlagertap 0  standaard

78,724-78,764

                       1e ondermaat

78,470-78,510

                       2e ondermaat

78,216-78,256

                       3e ondermaat

77,962-78,002

                       4e ondermaat

77,708-77,748

                       5e ondermaat

77,454-77,494

Max. ovaliteit bij slijtage

0,07 mm totale klokuitslag

Radiale lagerspeling

0,040-0,122 (max. 0,25)

Een nieuwe of opnieuw genitreerde krukas mag hoogstens op zijn eerst volgende ondermaat worden geslepen zonder wederom te moeten worden genitreerd.

 

DRIJFSTANGLAGERTAP

 

0  standaard

60,944-60,984

1e overmaat

60,690-60,730

2e overmaat

60,436-60,476

3e overmaat

60,182-60,222

4e overmaat

59,928-59,968

5e overmaat

59,674-59,714

Max. ovaliteit bij slijtage

0,07 totale klokuitslag

Radiale lagerspeling

0,028-0,096 (max. 0,25)

Drijfstangen, grondboring lagerkap

64,592-64,604

Vliegwiel, max. axiale afwijking.

0,15

 

 

AANHAALKOPPELS IN ….Nm

 

Hoofdlagerkapbouten/moeren

196-203

Drijfstanglagerkapbouten/moeren

102-115

Vliegwielbouten/moeren

89-94

Trillingsdemper

58-61

Tornbout

373-412

ZUIGERS

 

Aantal zuigerveren

5

Groefbreedte, Topveer

2,47-2,49

                       Compressie veer 2

2,47-2,49

                       Compressie veer 3

2,47-2,49

                       Olieschraapve(e)r(en)

6,39-6,41

Groefspeling,  Topveer

0,095-0,128

                       Compressie veer 2

0,095-0,140

                       Compressie veer 3

0,095-0,140

                       Olieschraapve(e)r(en)

0,065-0,098

Slotopening,   Topveer

0,35-0,60

                       Compressie veer 2

0,25-0,50

                       Compressie veer 3

0,25-0,50

                       Olieschraapve(e)r(en)

0,25-0,45

Zuigerspeling

0,118-0,173

DISTRIBUTIE

 

Nokkenas, axiale speling

0,10-0,25 (max. 0,30)

AANHAALKOPPELS, IN …Nm

340

Nokkenastandwiel

84-93 *

Tussentandwiel (*)

63-70

Compressortandwiel

93-103

Distributiedeksel

25-27

(*) Oude uitvoering met kroonmoer: 108-115 Nm

 

SMERING

 

Oliedruk (in bar) bij 2000 opm

3,5-4,2

Min. Bij stationair toerental

1,0

Afkeur

0,35

AANHAALKOPPELS IN …Nm

 

Oliepan

25-27

Aftapplug

78-88

Peilstokhouder

23-25

Oliefilter bevestiging op motor

39-41

KOELSYSTEEM

 

V-snaarspanning (indrukking)

12-15mm

Thermostaat, opent bij

73°-77°C

Min. 8mm open bij

87°C

AANHAALKOPPELS, IN …Nm

 

Waterpompasmoer

34-44

Waterpomp bevestiging

25-27

V-snaar poeli

44-54

SPRUITSTUKKEN

 

AANHAALKOPPELS, IN …Nm

 

Moeren en bouten

42-46

 

TURBOCOMPRESSOR

DS 575

Vuldruk bij vollast

0,59-0,64 bar (2000 opm)

Tegendruk van de uitlaat
Voor de DD 575 is dit

0,03-0,07 bar
0,08 bar (max.)

Max. axiale speling van de rotoras

0,10-0,15 mm

AANHAALKOPPELS, IN …Nm

 

Flens – spruitstuk

42-46

Uitlaat – turbocompressor

42-46

In het maandblad Motorboot stond in november 1989 een artikel over rookklachten van Daf motoren.

 

 

Website Motorboot 

Door C Voest.

Eind 1987 zijn we naar aanleiding van een aantal klachten van onze lezers een onderzoek gestart naar de oorzaak van het meer dan normaal roken van Daf motoren. De klachten zijn vrijwel allemaal van dezelfde soort n.l. overmatig roken van de motor vooral bij lage toerentallem en bij watergekoelde uitlaten vervuiling van het oppervlaktewater. De bundeling van deze klachten en de bespreking ervan bij de fabrikant Daf-motoren Eindhoven leidde tot een uitnodiging om met die Daf gebruikers die hun klachten op papier hadden gezet, naar Eindhoven te komen ten einde deze klachten te bespreken. Op deze manier hoopte men tot een oplossing te komen of in elk geval tot verbetering van de huidige situatie. De oorzaak van het roken is heel vaak het gevolg van een onderbelaste motor. D.w.z. de motor levert maar een deel van zijn beschikbare vermogen. Het gevolg hiervan is dat de motor niet op de juiste temperatuur komt om een goede verbranding in de cilinder te krijgen. Een deel van de brandstof gaat gedeeltelijk onverbrand als rook de uitlaat uit. Bovendien zal deze niet verbrande brandstof met het koelwater (bij watergekoelde uitlaat) als olie op het water terecht komen. Men kan zich afvragen a. Waarom verbruiken we maar een klein deel van het vermogen? b. Waarom hebben andere motoren daar dan minder last van?
Antwoord op a. Het geinstalleerde vermogen is bij veel motorboten te groot en komt alleen tot zijn recht, als er volle kracht gevaren wordt onder de meest ongunstige omstandigheden. b. Persoonlijk heb ik de indruk dat vooral de oudere Daf motoren rookgevoeliger zijn dan de andere motoren, hetgeen nog eens extra tot uitdrukking komt in omstandigheden genoemd onder a. De oplossing van Daf om tot tenminste een verbetering te komen zijn als volgt:
1. De compressiedruk bij warme motor mag niet meer dan 10% afnemen. Stel uw Daf moet een compressiedruk hebben van 30bar, dan mag deze druk voor het bereiken van de juiste compressie-temperatuur niet lager zijn dan 27bar. Bij een te lage compressie temperatuur (normaal circa 560gr celcius) komt de ingespoten brandstof niet goed tot ontbranding.
2. Om de motor op temperatuur te houden kan het nuttig zijn een winterthermostaat te installeren i.p.v. een zomerthermostaat. Een winterthermostaat regelt een koelwatertemperatuur van circa 85gr celcius bij het verlaten van de motor. Dit voorkomt te veel afkoeling, vooral bij lage toerentallen.
3. De klepspeling van de DD-DA motoren is zeer belangrijk, volgens Daf staan ze heel vaak te ruim afgesteld. Het gaat er hier zelfs om of de voelermaat strak of los tussen de stoterstang en tuimelaar past. De voor de motor voorgeschreven maat aanhouden. De voelermaat moet er strak tussengaan. In de meeste gevallen is 0.5mm de juiste maat. Bij een 0,1mm meer ruimte neemt de rookontwikkeling al toe.
4. Een hogere brandstofinspuitdruk van b.v. 185 naar 205 bar is volgens Daf eveneens een verbetering. Door de hogere druk zal een fijnere verneveling tijdens de inspuiting optreden met als gevolg een snellere vergassing en betere verbranding. Na het inspuiten van de brandstof zal t.g.v. het snelheidsverschil tussen de lucht en de brandstof een mengsel ontstaan dat vervolgens verbrandt. Is echter de compressie-temperatuur te laag, dan zal de brandstofdamp zich niet vermengen met de lucht maar gekraakt worden. Dit kraken kan eveneens optreden als de verhouding lucht en brandstof niet goed is. Tijdens het kraken ontstaan in de cilinder moleculen die heel moeilijk tot verbranding zijn te brengen, met als gevolg roetvorming. In moderne motoren wordt er naar gesteefd de menging van lucht en brandstof zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Men bereikt dit door de lucht in de verbrandingsruimte met aan het verbrandingspatroon aangepaste snelheid te laten bewegen. Bovenstaande aanbevelingen van Daf (met enige toelichting mijnerzijds) kunnen verbetering brengen in de genoemde klachten. De servicedienst van Daf heeft een aantal klagers bij de klachtenbespreking een bezoek gebracht. Hieronder de resultaten van deze bezoeken.

 


 

Het vervolg van de rokende Daf motor uit het maandblad Motorboot van december 1989.

 

Ervaring met hogere inspuitdruk.

 

Aan boord van de botenvan verschillende mensen, die klaagden over het roken van hun motor, heeft Daf maatregelen genomen. In bijgaand artikel gaan we in op de resultaten van deze ingreep. Een van de remedies die Daf aanbeveelt is het verhogen van de inspuitdruk. Het inspuiten gaat daarbij sneller, zodat er meer tijd beschikbaar is voor de verbranding.Vooral met DD-motoren zijn daarmee goede resultaten bereikt. Bij wijze van experiment is daarom ook de motor van onze 10,3 meter lange valkvlet Regge-4, een motor van het type DA-475 MY, onlangs voorzien van verstuivers met een hogere inspuitdruk: 205 atmosfeer in plaats van de gebruikelijke druk van 185 atmosfeer.

 

Onze Daf, die 11jaar oud is, heeft altijd gerookt op lage toerentallen van stationair (ongeveer 600 toeren per minuut) tot ongeveer 1200-1300 T/pm. Daarboven draaide de motor rookvrij. Het is een hinderlijk euvel in jachthavens en in sluizen. Maar omdat we verder geen klachten hadden, hebben we het altijd maar zo gelaten, temeer daar de Dafdealers, die we in de loop der jaren hebben ontmoet, unaniemvan mening waren dat er toch niets aan te doen was. Als Daf zelf evenwel beweert dat er wel wat aan te doen is dan zwich je. En zo stapte onlangs service-inspecteur Leo W.Damen bij ons aan boord om andere verstuivers te monteren. Hij begon ermee de klepspeling te controleren. Dat bleek geen overbodige luxe.  Zes van de 12 kleppen bleken niet of niet meer op 0,5mm te staan. Zij hadden een speling, die varieerde van 0,6 tot 0,55 mm Teveel dus, hoewel de motor sinds de kleppen waren gesteld nog maar een paar honderd uur had gedraaid. We hebben intussen ruim 20uur gevaren met de verstuivers met de hogere inspuitdruk en dit zijn onze ervaringen: Van 600 tot 1300 T/m rook. Bij toerentallen boven de 1300 is er geen sprake meer van rookontwikkeling. Kortom: voor onze motor maakt het niets uit. Bij de vorige verstuivers hadden we hetzelfde beeld. Wel hebben we de indruk dat er minder olie meekomt met het koelwater dat uit de uitlaat komt. Dat beeld is niet veranderd, ook niet na 30 of 40 draaiuren. De balans is dus dat de rook niet is verdwenen op lage toerentallen, terwijl de olieneerslag op het water ogenschijnlijk minder is.

 

Tjalk

Na 300 vaaruren met verstuivers met verhoogde inspuitdruk komt de heer van Dieten uit Eindhoven tot een soortgelijke conclusie. Hij vaart met een 15meter lange tjalk, waarin een Daf-475 is gebouwd. De motor is in de loop der jaren geleidelijk steeds meer gaan roken, waarschijnlijk als gevolg van de omstandigheid dat hij veel in deellast heeft gevaren en daarbij niet de vereiste verbrandingstemperatuur bereikte (ongeveer 560gr Celsius). Niet alleen zijn op de tjalk verstuivers met de verhoogde inspuitdruk van 205 atm geplaatst, ook werd de spoed van de schroef vergroot, zodat de motor zwaarder belast zou worden. Het roken is door deze maatregelen wel minder geworden, maar verdwenen is het niet.

 

Kompierkruiser

De heer H.K.de Jong uit Leeuwarden heeft een 12.60 meter lange Kompierkruiser met een Daf-475 scheepsdiesel, die ongeveer 1400 uur heeft gedraaid. De motor heeft steeds gerookt en ook het starten ging moeizaam. Hij heeft de motor door een Daf service bedrijf grondig onderhanden laten nemen, een karwei dat 7600 gulden kostte, maar de problemen niet oploste. Dit voorjaar zijn ook in deze motor verstuivers geplaatst met een verhoogde inspuitdruk. Het bracht eneige verbetering maar opgeslost werden de problemen in dit geval ook niet. Met name van het start probleem heeft hij de oorzaak niet kunnen achterhalen. Volgens hem kan het moeilijk starten ook de oorzaak zijn van de overgebleven rookverschijnselen.

 

Vlet

Het beste resultaat is behaald met de DD-575 motor aan boord van de 11m lange vlet van de hr Boender uit Heinenoord. Hij had dezelfde klachten als de andere Daf schippers die bij ons aan de bel trokken: rokende uitlaat en neerslag op het water. Op deze motor werden verstuivers geplaatst met een spuitdruk van 220Atm, de kleppen werden nauwkeurig gesteld en het inspuitmoment werd gesteld op 30 graden voor het bovenste dode punt. Op de boot van de hr Kleine in Loosdrecht zijn dezelfde maatregelen genomen. In beide gevallen met als resultaat dat de klachten zijn weggenomen: beide motoren draaien zo zo goed als rookvrij. De conclusie- die Daf zelf ook trekt is dat deze maatregelen het beste werken bij motoren van het type DD575. Bij DA-475 motoren helpt het wel, maar lang niet altijd afdoende.

 


overgenomen uit het watersportblad Motorboot